Naamswijziging Burgemeester Van Baarstraat Volendam

Algemeen

Op deze pagina vindt u het onderzoeksrapport ‘Joodse burgers in Edam-Volendam: bejegening, ontrechting en rechtsherstel’ aan. Onderdeel van dit bredere onderzoek betreft de naamgeving van de Burgemeester Van Baarstraat Volendam. Op basis van het onderhavige rapport is het college op 25 maart 2025 tot het besluit gekomen om de straatnaam te wijzigen; de argumenten daarvoor licht het college hieronder nader toe.

Onderzoek

Dit onderzoek is uitgevoerd door Advies & Actualiteit. Een onderzoeksteam dat zich bezighoudt met actuele vraagstukken van maatschappelijke en (semi)overheidsorganisaties. Het team is verbonden aan de expertisegroep Politieke Geschiedenis van de Radboud Universiteit.

De onderzoeksopdracht

De onderzoeksopdracht bestond uit de volgende vier onderzoeksvragen, die in overleg met de klankbordgroep door de onderzoekers zijn opgesteld: 

  1. Hoe verging het de Joodse gemeenschap in de toenmalige gemeenten Edam-Volendam en Zeevang (Beets, Kwadijk, Middelie, Oosthuizen en Warder) ten tijde van de Duitse bezetting?
  2. Hoe hebben het toenmalig gemeentebestuur, gemeentelijke diensten en de politie gehandeld ten aanzien van de Joodse gemeenschap ten tijde van de Duitse bezetting? In het bijzonder bij de uitvoering van en medewerking aan anti-Joodse maatregelen van de bezetter, maar ook eventuele steun voor het verzet en ondermijning van de uitvoering. En hoe hebben ze gehandeld na de bevrijding met betrekking tot het bijzondere slachtofferschap van de Joodse burgers?
  3. Hoe werd na de oorlog – in de zuiveringen van ambtenaren en politie, in de bijzondere rechtspleging en in het publieke debat geoordeeld - over de betrokken bestuurders en ambtenaren van Edam-Volendam?
  4. Hoe valt het handelen van het toenmalig gemeentebestuur, gemeentelijke diensten en de politie te beoordelen binnen de toenmalige context en in vergelijking met andere Nederlandse gemeenten? In het bijzonder het optreden van burgemeester Van Baar (burgemeester van 1938–1959).

Om antwoord te geven op de gestelde vragen, zijn er meerdere archiefbronnen geraadpleegd en is het onderzoek uitgevoerd volgens de gehanteerde methode van het onderzoeksteam. In het definitieve onderzoeksrapport leest u wat de resultaten zijn van de onderzoeksvragen. 

Klankbordgroep

Het college en onderzoeksteam hechten waarde aan het feit dat vanuit verschillende invalshoeken en achtergronden met het onderzoek is meegedacht, middels een klankbordgroep. Dit is een gebruikelijke werkwijze bij dergelijke onderzoekstrajecten. In gezamenlijke afstemming is gekozen voor een klankbordgroep van maximaal zes personen. Deze personen zijn door de gemeente geselecteerd op basis van hun ervaring met het onderwerp en hun vertegenwoordiging van belanghebbenden en de gemeentelijke kernen. Drie leden zijn individueel benaderd, en drie leden zijn voorgedragen door respectievelijk het CJO, de Stichting Joods Verleden en de heren Besseling & Koning. De heer Besseling heeft uiteindelijk besloten zich terug te trekken en de laatste vergadering van de klankbordgroep niet meer bij te wonen.  

De klankbordgroep is gevraagd om: 

  • te reflecteren op de onderzoeksvragen en de te raadplegen bronnen;
  • input te geven op het conceptrapport;
  • in twee sessies te reflecteren op het onderzoek, de conclusies en het gevolgde proces.

Begin februari heeft het CJO en de Stichting Joods Verleden Edam een brief gestuurd naar het college en griffie. In deze brieven benadrukken zij hun standpunten en kijk op de situatie rondom de burgemeester van Baar. Een van de leden van de klankbordgroep heeft eveneens een persoonlijke kijk op de situatie rondom de straatnaam aangereikt. Het onderzoeksrapport is vervolgens door de onderzoekers in beslotenheid gepresenteerd aan geïnteresseerden raadsleden voorafgaand aan het presidium van 11 februari. Op 18 februari 2025 heeft het college het onderzoeksrapport ‘Joodse burgers in Edam-Volendam: bejegening, ontrechting en rechtsherstel’ besproken.

Conclusies

In het rapport leest u dat de onderzoeksvragen uitgebreid worden beantwoord. Uit de conclusies blijkt onder andere dat de gemeente volledig meewerkte aan de uitvoering van anti-Joodse maatregelen. De maatregelen werden zonder protest ingevoerd. Na de bevrijding was er geen aandacht voor het bijzondere slachtofferschap van Joodse burgers, van wie slechts een enkeling de oorlog overleefd had. Niet vanuit het bestuur en niet vanuit de publieke opinie. Alle ambtenaren op het gemeentehuis werden onderworpen aan een zuiveringsonderzoek. Geen van hen werd gezuiverd, iedereen mocht in dienst blijven. De gemeentepolitie van Edam werd ook gezuiverd, twee NSB’ers werden daarbij gezuiverd en geschorst. 

Burgemeester Van Baar

In antwoord op de vierde onderzoeksvraag wordt ingegaan op het optreden van toenmalig burgemeester Van Baar.

We citeren uit het rapport:

  • ‘Van Baar voerde net als vrijwel al zijn Nederlandse en Noord-Hollandse collega’s de richtlijnen en bevelen van de bezetter volgzaam uit, ook als het daarbij de deportatie van Joden en het ronselen voor de Arbeitseinsatz betrof. Hij viel in deze grote grijze meerderheid ongunstig op door het ontbreken van enig weerwerk. En ook omdat de enige kwestie waarin hij aantoonbaar probeerde om invloed uit te oefenen – de Arbeitseinsatz – verweven was met zijn eigen privébelangen. Uitzonderlijk onder burgemeesters waren deze belangen in een familiebedrijf dat voor de Wehrmacht ging werken, wat hem de aanklacht van economische collaboratie opleverde. Kwalijk was eveneens zijn belang in Joodse firma’s als NOHOL ook nadat die door de bezetter in beheer waren genomen, ook al tilde de zuiveringscommissie daar niet zwaar aan.’
     
  • ‘De meeste burgemeesters werkten, net als hun politie en gemeentediensten, mee aan deze maatregelen, inclusief deportatie of ‘evacuatie naar Amsterdam’. Burgemeester Van Baar was zeker geen positieve uitzondering: in Edam-Volendam werden deze opdrachten zonder protest uitgevoerd en omgezet. Van Baar past daarmee in het treurige beeld van het Nederlandse lokale bestuur.’
     
  • ‘Met zijn lange ambtsduur, tot een jaar voor de bevrijding, was Van Baar een relatieve uitzondering.’

In tegenstelling tot wat veel publicaties eerder suggereerden concludeert het rapport ook dat, ondanks zijn volgzaamheid aan de bezetter, er op basis van het bronmateriaal geen reden is om hem te verdenken van nationaalsocialistische of antisemitische overtuigingen. Ook heeft hij geprobeerd veel mannen buiten de tewerkstellingslijst te houden en heeft hij eind 1944 alsnog geweigerd om meer mannen op te geven voor de lijst. Hij dook onder en sloot zich aan bij het verzet. 

Straatnaam

Over de straatnaam zeggen de onafhankelijk onderzoekers het volgende. We citeren uit het rapport:

  • ‘De meetlat voor een straatnaam voor een oorlogsburgemeester is in 2025 een andere. We proberen ons dan niet in te leven in de onmogelijke keuzes waarvoor deze bestuurders toen stonden. En anders dan bij de naoorlogse zuiveringen vaak gebeurde, accepteren we geen grijs gemiddelde. We verwachten heldenmoed met een voorbeeldfunctie die ook nu nog van betekenis is. En toch zijn er nog steeds meer straten naar oorlogsburgemeesters vernoemd dan dat er verzetshelden onder die burgemeesters waren. Vaak gaat het dan om een in vergetelheid geraakte naam in een burgemeesterswijk. 

Uiteindelijk geldt dat een straatnaam ter ere van een burgemeester of een andere historische persoon op dat moment problematisch wordt als er in het heden aanstoot aan wordt genomen en er een publieke discussie ontstaat. Dan wordt het behouden van de naam verwijzend naar een oorlogsburgemeester zonder bijzondere verdiensten en met de nodige schaduwkanten een beladen keuze.' 

  • ‘De onuitgesproken verwachting is immers dat we daarmee iemand eren aan wiens handelen en morele kompas we in bredere zin ook tachtig jaar later een voorbeeld kunnen nemen.’

Naamswijziging Burgemeester van Baarstraat

Al met al is het handelen van de toenmalige burgemeester niet boven iedere twijfel verheven. Daarom heeft het college op 25 maart, nadat de zienswijzen die de fracties van de gemeenteraad hebben ingediend over het rapport zijn bekeken en gewogen, het definitieve besluit genomen om de naam van de Burgemeester van Baarstraat te wijzigen. Het principiële aspect heeft daarbij het zwaarst gewogen, ook al weten we dat er gevolgen zijn. Met deze gevolgen voor aanwonenden, ondernemers en anderen gaat het college zeker rekening houden. Maar het college laat zich met dit besluit leiden door de feiten die door de onafhankelijk onderzoekers van het rapport zijn gepresenteerd en hierboven geciteerd.  

Veel aspecten 

In een dergelijk traject spelen er altijd veel aspecten. Het is dan ook een besluit dat heel zorgvuldig en niet lichtzinnig tot stand is gekomen. Het is juist van belang om goed onderzoek te doen en op basis daarvan, binnen de juiste context, een besluit te nemen. Want het college beseft zich ook dat bij een naamswijziging de belangen van inwoners en ondernemers van deze straat een grote rol spelen. Maar ook bij de nabestaanden van de burgemeester tot emoties kan leiden. 

Het college wil het verleden niet uitwissen, het gaat erom dat we ons te allen tijde rekenschap geven van wat onderdeel is van onze geschiedenis. Doel is dat we onze samenleving en onze jeugd meenemen in hoe in het verleden ontwikkelingen en keuzes hebben geleid tot de meest vreselijke gevolgen, en dat we daar altijd de lessen uit blijven trekken. Daartoe zullen we ook zoeken naar manieren om dit deel van ons verleden in beeld te blijven brengen een straatnaam gewijd aan een burgemeester zonder bijzondere verdiensten is hierin niet passend. Het college benadrukt dat dit gaat over een lokaal bestuurder die gehandeld heeft in onze gemeente. Van enige precedentwerking kan daarom geen sprake zijn. 

Vervolgtraject lokaal

Na het besluit van het college om de naam te veranderen heeft de gemeente de bewoners en ondernemers over het besluit geïnformeerd op woensdagavond 16 april 2025. Ook zijn zij over het vervolgtraject bijgepraat. De gevolgen van het besluit voor wat betreft financiën, tijdspad en proces worden nu verder uitgewerkt. Bewoners en ondernemers worden in ieder geval betrokken bij het vervolg en tegemoet gekomen in de kosten. Met hen wordt ook gekeken naar hoe de route naar een nieuwe naam voor de straat bewandeld gaat worden. Van belang is dat er een zorgvuldig traject ontstaat, waarbij noch tijdsdruk of publieke druk een rol speelt.